‘Ik zou graag willen meehelpen met het creëren van milieuvriendelijkere industrieterreinen, zodat ze minder vervuilend en schadelijk zijn.’ Aldus Anjali (22 jaar), studente chemische technologie in een interview met Buro EU over duurzaamheid, hoe ze haar eigen rol daarin ziet en de rol van (Europese) politiek.

Zou je jezelf kort willen voorstellen?

‘Ik ben Anjali. Ik ben 22 jaar oud, woon samen in de Haagse wijk Transvaal en werk bij de Mediamarkt op de afdeling customer service. Ik studeer chemische technologie aan de Haagse Hogeschool en mijn specialisatie gaat over het ontwerpen van chemische fabrieken. Voor de corona crisis gaf ik als vrijwilligster zwemles aan kinderen en examentrainingen havo en vwo in Wiskunde en Nederlands. Ik houd heel erg van werken met kinderen en vind het leuk om met mensen bezig te zijn.’

Wanneer hoorde je voor het eerst over de klimaatcrisis?

‘Op de basisschool leerden we waarom recyclen belangrijk is en hoe je dat doet. Toen hadden we een project via Unicef over plastic in de omgeving. Het ging over die plastic ringen die om blikjes zitten en dat die om de neuzen van de schildpadden kwamen en in de maag van de dieren. Ik dacht dat is wel raar, maar pas toen ik de studie deed ben ik er meer mee bezig gegaan.’

Anjali in haar wijk. Fotografie: Pablo Serrano Medina
Hoe speelt je studie precies een rol hierin?

‘Sinds twee jaar is mijn studie erg bezig met circulaire economie, duurzaamheid, groene en blauwe technologie. Ik volg nu ook een minor Mission Impact als onderdeel van mijn afstuderen. Dit gaat over hoe we onze impact als mensen kunnen reduceren op de planeet. Gedurende deze minor heb ik mij meer kunnen focussen op de relatie tussen de mens en natuur op zowel het psychologisch vlak als de ethische overwegingen. Denk bijvoorbeeld aan dat er mensen en bedrijven zijn die niet heel erg open staan voor veranderingen die beter zijn voor het milieu. Hoe zorg je dat ook zij nieuwe milieuvriendelijk regels volgens en ander keuzes maken? En als zij dit niet doen, wie bepaalt wat de consequenties voor hen zijn? 

En als je verder in de toekomst kijkt, hoe zie je jezelf dit later in een baan toepassen?

‘Ik zou graag willen meehelpen met het creëren van een milieuvriendelijkere industrie wereld. Mijn eerste interesse is en blijft het ontwerpen van veiligheidsclassificaties van industrieterreinen maar sinds ik me meer bezighoudt met de impact van industrie op ons klimaat, heeft dat ook steeds meer mijn aandacht. Ik denk dat het belangrijk en goed is om na te denken hoe we industriegebieden tot een meer milieuvriendelijke omgeving maken, zodat deze gebieden minder vervuilend en schadelijk zijn. Dat gaat niet meteen lukken, maar het is wel de toekomst: een groene wereld, een groene industrie.’

Wat zijn je eerste associaties met het woord duurzaamheid?

‘Het eerste waar ik aan denk is de cirkel van niet vervuilen. Ik denk dan aan iets creëren, een situatie of project, dat niet schadelijk is voor de volgende generatie. Hoe wordt iets gemaakt of wanneer is iets duurzaam? Puur wanneer het niet schadelijk is voor de kleinkinderen.’ 

Wat is volgens jou de rol van de politiek om te zorgen voor toekomstige genereaties?

‘Wat ik zie van de politiek is dat ze discussies hebben over zaken die ik minder belangrijk vind en waarvan ik denk: laat elkaar in je waarde en zorg voor een betere wereld. Ze zouden zich wat mij betreft moeten bezighouden met het onderhouden van hun steden en land. Denk aan klimaat, schone steden, recycling en het stimuleren en verbeteren van bepaalde handelingen.’ 

En op wat voor manier draag jij bij aan deze cirkel van niet vervuilen?

‘Ik ben er mee bezig om te kijken wat ik eet en hoe lang ik douch. Verder reis ik bijna niet met het vliegtuig, de laatste keer was in 2017. Tegelijkertijd, heel eerlijk gezegd, vind ik dat ik het niet zo heel goed doe. Ik heb bijvoorbeeld een auto en deze gebruikt heel veel benzine.’

Word je vanuit je omgeving aangespoord om je duurzaam te gedragen? 

‘Mijn familie begrijpt het. Mijn oma komt uit Suriname en van haar heb ik geleerd: je gooit niets weg, je gebruikt geen plastic en je bent zorgvuldig met alles. En in het gezin waarin ik ben opgegroeid zijn we heel bewust met afval scheiden bezig. Maar ik woon niet meer thuis. Ik woon in Transvaal en hier wordt er niet veel aan duurzaamheid gedacht. Er ligt vaak afval op de straat en mensen gebruiken plastic zakken van de supermarkt in plaats van een eigen tas mee te nemen. Ik vind dat echt heel zonde: als ik om me heen kijk heb ik het idee dat weinig mensen stilstaan bij wat voor vervuiling dat veroorzaakt. De kans is groot dat als ik nu buiten een mevrouw zou aanspreken met allemaal van die plastic zakken in haar handen en zou uitleggen wat dat betekent voor de planeet, dat ik dan de reactie zou krijgen: ‘Waar bemoei je je mee?’. Echt jammer.

Je zegt dat je het heel zonde vindt dat de mensen in jouw woonomgeving niet veel met duurzaamheid op hebben. Zijn er nog andere dilemma’s rond klimaat?

‘Wat me wel eens dwars zit, is dat de mensen die om het klimaat geven neergezet worden als linkse fanaten of mensen die niets te doen hebben. Ik vind dat niet kloppen: ik werk, ik studeer, en ik geef er ook om. Ik weet niet of ik links of recht ben, maar als ik er buiten het gezin over zou beginnen, heb je zeker niet dat iedereen het snapt. Dan worden er opmerkingen gemaakt zoals: ‘Als jij het vlees niet eet, dan doe ik het wel.’ En dat is natuurlijk niet wat ik bedoel! Ik zie ook op het internet heel vaak dat mensen echt belachelijk gemaakt worden als ze zich uitspreken voor het klimaat. En dat vind ik echt een dilemma. Je kunt elkaar niet belachelijk blijven maken als je om iets geeft.’ 

Laat een reactie achter